Exclusief: gebonden autobiografie van Peter Donkersloot met gratis genummerde/gesigneerde litho
Het hoboriet was mijn strohalm
Han de Vries (1941) was een van ’s werelds beste hoboïsten. En hij is een rasverteller. Met humor en zelfspot, en met een ontwapenende openhartigheid, schildert hij zijn ervaringen op en rond uiteenlopende muziekpodia die ertoe deden en nog doen. De Vries blikt bovendien terug op zijn liefdes en op intense vriendschappen, zoals met Lodewijk de Boer, Bruno Maderna en Willem Breuker. Ook verhaalt hij van wilde avonturen met collegablazers op de racefiets en tijdens cruises met de topfluitist James Galway.
Als Joodse jongen die de misère uit zijn jeugd meedroeg, werd het hoboriet zijn ‘strohalm’ in het leven. De piepjonge De Vries zat in het Concertgebouworkest onder Bernard Haitink, toen de Notenkrakers-actie hem tussen de fronten plaatste. Hij ging voortaan zijn eigen weg en maakte daarbij dwarse keuzes: op de barokhobo en bij Ramses Shaffy, in het Nederlands Blazersensemble, in avant-garde, jazz en salonorkest. Hij vertelt over vernieuwende musici die werk voor hem componeerden, zoals Peter Schat en Louis Andriessen, en klapt uit de school over soms pijnlijke belevenissen met beroemde dirigenten. Toen het verleden begin deze eeuw uiteindelijk toch kwam spoken, kon De Vries zijn emoties kwijt in de beeldende kunst, zijn tweede professie.
Annemieke Hendriks voerde vier jaar lang diepgravende gesprekken met Han de Vries, en sprak daarnaast met een dertigtal collega-musici, generatiegenoten en naasten. Het motto was telkens: geen geslijm! Aan het woord komen onder anderen de dirigent Edo de Waart, de musici Elly Ameling, Vera Beths, Theo Loevendie en Jaap van Zweden, socioloog en ‘pleegbroer’ Abram de Swaan en fotograaf en jeugdvriend Bert Nienhuis.