Niets is wat het lijkt

Elk gerucht is tegenwoordig meteen nieuws, soms zelfs een hype. Doen we nog aan fact finding, verifiëren we nog weleens iets, of hebben we daar geen tijd meer voor?

Hoe kon het gebeuren dat Jeremy Lin, een onbekende Amerikaanse profbasketballer, plotseling wereldnieuws werd? En hoe zit het met sporters die heel goed presteren, of die ineens stoppen? Denken we dan niet metéén aan doping? En kijken we zo niet op een vreemde manier naar sport? Hoe weten we dat we zien wat we denken te zien?

In dit boek liggen bijrollen voor Chris Froome, Marianne Vos, de New Jersey Nets, Neil Young, Peter Sagan, José Mourinho, Sven Kramer, Roger Federer, Neil Diamond, opa Schnitzler, Teun de Nooijer, Thomas Voeckler, het horloge van Rafael Nadal, Mario Cipollini, Doekele Terpstra, Ronald Koeman, Serena Williams, en ja, zelfs voor de schaduw van Lance Armstrong.

Mart Smeets (1947) over wantrouwen, groots winnen, verwachtingen en beschuldigingen, doping, kippenvel in Boston, de sociale media, bedriegen en over een foto die hij zijn zoon stuurde, in een boek waarin misschien wel niets is wat het lijkt.